De warmtetransitie gaat gepaard met grote onzekerheden, terwijl kennis, middelen en capaciteit vaak beperkt zijn. Hoe zorg je dat je als lokale overheid efficiënt toewerkt naar die stip op de horizon: aardgasvrij in 2050?
De warmtetransitie
Alle gebouwen in Nederland moeten in 2050 op een duurzame manier verwarmd zijn. Bijvoorbeeld met een warmtenet, warmtepomp of een andere techniek. Lokale overheden zijn regisseur van de warmtetransitie in de wijken en staan aan de lat de warmtetransitie in goede banen te leiden.
De warmtetransitie is een complexe opgave. Van de eerste strategie- en planvorming tot en met realisatie en exploitatie, hangen financiële, technische, juridische, maatschappelijke en politieke aspecten met elkaar samen. Daarbij wordt de warmtetransitie momenteel vormgegeven zonder duidelijk kader over wet – en regelgeving en financieringsmogelijkheden, terwijl de belangen op lokaal niveau vaak groot zijn. Voor burgers, bedrijven en overheden.
Een integrale blik op de warmtetransitie en samenwerking met belanghebbenden en tussen kennisvelden is echt nodig om die uitdagingen op te lossen. Versnelling is daarbij nodig om in 2050 aardgasvrij te zijn.
Regie over alle fases en kennisvelden
Al 140 jaar geeft Royal HaskoningDHV advies in complexe projecten. Door deze ervaring weten wij wat er komt kijken bij realisatie en exploitatie van projecten. We staan klaar om deze kennis te gebruiken om de warmtetransitie verder te brengen.
Dit doet Royal HaskoningDHV in een ervaren en multidisciplinair team die dagelijks aan de warmtetransitie werkt voor zowel lokale, regionale en de nationale overheid als voor commerciële partijen. We geven advies binnen één afzonderlijk kennisveld en fase, maar voeren ook regie over alle fases van warmtetransitie.
Warmtetransitie routekaart
Onze ervaring met de warmtetransitie is inzichtelijk gemaakt in de infographic die hieronder te zien is. Op de infographic is onze ervaring op verschillende kennisvelden per fase van de warmtetransitie te zien. Wilt u meer weten over onze ervaring? Klik dan op de links in de infographic.