Onafhankelijk onderzoek valideert innovatieve technologieën
De studie werd uitgevoerd in opdracht van brancheorganisaties FME1 en VEMW2, die in dit kader samenwerken in ‘Project-6-25’. Dit project beoogt om door de versnelde toepassing van innovatieve technologie de CO2-emissies van de 300 meest energie-intensieve bedrijven in Nederland te verlagen. De ambitie is om hiermee tot en met 2025 een jaarlijkse reductie van 6 Mton CO2 te realiseren. Royal HaskoningDHV en PDC hebben in onafhankelijk onderzoek nagegaan welke reducties vóór eind 2025 haalbaar zijn.
“Dit project brengt producent en gebruiker bij elkaar, en stemt innovaties beter af op de praktijk van industriële energiegebruikers”, legt VEMW-voorzitter Gertjan Lankhorst uit. “Onafhankelijk onderzoek dat innovatieve technologieën valideert, levert een belangrijke bijdrage aan dat proces.”
Technologieën werden verdeeld in vijf groepen: motoren en aandrijvingen, warmte-integratie, ICT, scheidingstechnologie en energieflexibiliteit. Deze groepen dekten een breed pakket maatregelen, van energiemanagementsystemen tot zeer concrete implementaties, zoals specifieke regelaars voor pompen. Om de schaal hanteerbaar te houden, richtte het onderzoek zich op acht sectoren die samen 85% van de Nederlandse industrie vertegenwoordigen.
Potentiële reductie van 3 miljoen ton CO2, eind 2025
Wij hebben niet alleen de technische en commerciële haalbaarheid van deze technologische oplossingen beoordeeld, maar ook gekeken naar praktische aspecten zoals de haalbaarheid van implementatie met het oog op een zo kort mogelijke downtime in bepaalde sectoren. De terugverdientijd moest minder dan vijf jaar zijn.Mathijs Bicknese, Business Development Manager Resources and Energy, Royal HaskoningDHV
Het onderzoek concludeert dat deze technologieën de grootste CO2-reductie zouden opleveren in de voedingsmiddelensector en de papierindustrie, en in de polymeerchemie.
Praktisch rapport geeft bedrijven vertrouwen in investeringsimpact
“Dit rapport is bijzonder praktisch en geeft bedrijven het vertrouwen dat investeringen in deze technologieën ook de verwachte impact hebben”, aldus Mathijs Bicknese. “Hoewel het zich toespitst op de industrie in Nederland, is deze informatie ook nuttig voor internationale organisaties die voor hun assets over de hele wereld via een programmatische aanpak hun CO2-voetafdruk willen verkleinen.”
Na dit onderzoek ondersteunden we Project 6-25 bij het opstarten van de living-labfase. Daarvoor creëerden we een blauwdruk van de organisatieprocessen en selecteerden we de pilots. De partners vanuit het programma, de industrie, de technologie en de financiële sector werken hierin samen aan concrete implementatie van de technologieën.
In de volgende fase van het project is Royal HaskoningDHV officieel partner van het programma. In onze adviserende rol leveren wij een bijdrage met onze uitgebreide domeinkennis, onze expertise in stakeholdermanagement en onze ervaring in het opstellen van dit soort rapportages.
1 FME is de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie
2 VEMW is een kenniscentrumendebelangenbehartigervoordezakelijkeenergie-enwatergebruikers